Sunday, June 30, 2013

De weg naar de Eeuw

In Amersfoort zijn een aantal wegen en straten genoemd naar plaatsnamen. Zo hebben we een Amsterdamseweg, een Bunschoterstraat en een Arnhemseweg. De Bunschoterstraat heet niet zo omdat hij 'Bunschoots' is: aangelegd door Bunschoters. Ook ligt hij niet in Bunschoten (althans niet voor het grootste deel). Hij heet zo omdat hij van Amersfoort naar Bunschoten leidt. Dat gold vermoedelijk ook zo voor de Amsterdamseweg en de Arnhemseweg.


Hier moest ik vanmorgen, 23 juni, aan denken toen we bij het einde van Psalm 139 aan kwamen: "en leid mij over de weg die eeuwig is." (vers 24). Het woordje eeuwig is in bijbels, theologisch opzicht een lastig woordje. Er is heel veel over gediscussieerd. In het Grieks gaat het om het bijvoeglijk naamwoord "Aeionioon", afgeleid van het woord "Aeioon". In het Hebreeuws (de grondtaal van de Psalmen, maar dat ik helaas niet beheers) gaat het om "Olam". De discussie gaat er dan om of "Aeioon" en "Olam" altijd-durend betekent. Het Nederlands is een beetje raar daarin. Een eeuw heeft bij ons de betekenis van honderd jaar. Een lange maar behoorlijk gekwantificeerde en zeker ook afgemeten periode. Een eeuwigheid heeft een meer flexibele periode. Een saaie werkdag kan een eeuwigheid duren. Maar ook een saaie preek van drie kwartier. Of een gesprekje van 10 minuten met iemand waar je niet op zit te wachten. Maar het kan ook een eeuwigheid duren voor ik een taal onder de knie krijg, een aantal jaren dus.
Hoewel het einde schimmig is: je kunt vaak niet weten wanneer het aanbreekt, maar over het algemeen gaan we ervan uit dat een eeuwigheid wél eindig is. En dat is precies wat ik heb geleerd dat de betekenis van de woorden "Aeioon" en "Olam" is.
Maar veel theologen zijn het daar niet over eens en menen dat je het wel degelijk als "altoosdurend'  moet lezen. In elk geval is het bijzonder dat het Nederlandse woord "eeuwig"  dat wél ineens betekent!  En lastig is het weer om van "eeuwigheid" een bijvoeglijk naamwoord te maken.


Maar als we het dan hebben over de "eeuwige weg" betekent dat dan dat de weg "eeuwig" duurt? Nog los van of je dat als "altoos", "eindeloos" of "heel erg lang" durend leest. Zegt het woord "eeuwig" hier iets over de weg zelf? Dan kun je jezelf nog afvragen of dat dan slaat op hoe lang de weg bestaat of hoe lang de weg is...


Grappig dat je zo over de betekenis van woorden kunt nadenken. Zo had ik het er vanmorgen ook met een paar mensen over dat ik in 2011 mijn auto moest laten repareren. Ik had schade gereden en moest daarvoor naar een "autoschadeherstelbedrijf". Zo heet dat bedrijf ook echt. En daar naar toe rijdend bedacht ik me dat het wel een heel raar woord is: ik wilde namelijk niet dat de schade aan mijn auto hersteld werd, maar mijn auto zelf...


Terug naar de "eeuwige weg" denk ik dat het woord " eeuwig" misschien meer duidt op waar de weg naar toe leidt. En dan kom je op een andere betekenis van "Aeioon" die dichter bij ons woord "eeuwigheid" ligt, namelijk "tijdperk". Het tijdperk dat na deze "boze eeuw" aan zal breken. Het tijdperk waarin alles gaat volgens God's principes. Waarin we naar elkaar omzien. En beter zorgen voor zijn schepping. En de weg daar naartoe is dan het leren daarin onze rol in te nemen. Hoe wij steeds meer volgens Zijn principes kunnen leven.
En daar liggen volgens mij twee mooie gedachten achter.
1. We hoeven het niet meteen te kunnen. Op de "eeuwige weg" wandelen betekent niet dat je al op je bestemming bent. Maar wel dat je steeds dichter bij je bestemming komt, ook al kunnen we het doel nog niet zien. Met andere woorden: we hoeven niet al perfect te zijn in Gods ogen. We worden getraind om steeds meer keuzes volgens zijn principes te maken.
2. Dit geeft ons leven zin. Immers we dwalen niet wat rond totdat het op een bepaald moment God behaagt om een eind aan deze wereld te maken en ons in eens over te zetten naar zijn nieuwe wereld. Nee, het is een weg er naartoe waarop we mogen leren hoe we straks in die vernieuwde wereld kunnen leven.


En het mooiste dat we uit het vers in Psalm 139 kunnen lezen is dat we niet zelf onze weg hoeven te zoeken. David bidt dat hij de weg op geleid mag worden. We gaan die weg niet alleen, maar Hij leidt ons. De eeuwige weg: de weg naar De Eeuw.