Saturday, November 2, 2013

Vissers èn jagers hebben de toekomst

Laatst las ik Jeremia 16, in mijn persoonlijke project ‘Kaft-tot-Kaft-Versie HSV’. Jeremia is geen vrolijk boek, en hoofdstuk 16 is in eerste instantie geen uitzondering. Jeremia krijgt de opdracht om in zijn leven de boosheid van God uit te werken. Hij mocht niet trouwen en kinderen krijgen in het land, niet mee rouwen of feestvieren. Dit alles omdat God klaar was met Israël. Israël was ontrouw, ging andere goden achterna en het is he-le-maal over. Niets meer aan te doen.

Wat mij trof was in vers 7 de stelling: “Niemand zal voor hen die rouwen brood breken om hen te troosten, niemand zal hun als troost een beker aanreiken, zelfs al rouwen ze om hun vader of moeder. ” Wat mij trof was dat voor zover ik me kan herinneren dit de eerste plaats in de bijbel is waar wordt gesproken over het breken van brood. In Exodus 12 en Deuteronomium 16 lees je over de instelling van het paasfeest (Pesach). Maar daar wordt alleen gesproken over het eten van ongezuurde broden. Later is daar blijkbaar het ritueel van het breken van brood bijgekomen.

Bij het breken van het brood denk ik in eerste instantie aan het laatste avondmaal, waarin Jezus het brood breekt met zijn vrienden. Koppelend aan Jeremia 16 is het opvallend, dat men het brood blijkbaar brak met rouwenden, die een dierbare hebben verloren. Maar Jezus leefde nog en hij koppelde het brood expliciet aan zijn eigen lichaam, dat hij over gaf. Ook lees ik in Exodus en Deuteronomium niets over het drinken van wijn. Maar volgens deze tekst in Jeremia is dit blijkbaar wel gekoppeld aan het rouwen. Nu is Pesach wel een herdenkingsfeest, waarin men terugdenkt aan verdrukking en de bevrijding viert. Maar dat werd Jeremia nu expliciet verboden, want God was niet meer van plan medelijden met Israël te hebben. Hij zou hen geen genade bewijzen. Over en uit. Zou je denken.

Maar, heel opmerkelijk, er is een ‘totdat’. Er zal een tijd komen dat men niet meer terugdenkt aan de bevrijding uit Egypte, maar aan een bevrijding uit de ballingschap! En dan verklaart God iets bijzonders: Hij gaat vissers oproepen om zijn volk terug op te vissen, en jagers om zijn volk terug bij een te jagen. En wie riep Jezus als zijn eerste leerlingen? Lees Mat. 4:19 maar: Simon en Andreas, een paar vissers. En daar wilde hij ‘vissers van mensen’ van maken!

Bij het breken van het brood denk ik ook aan de eerste wonderbare spijziging. En die vond volgens Johannes niet voor niets plaats vlak voor Pesach/Pascha. Typisch, daar vind je dus ook die koppeling. Toen die maaltijd voor bij was, ‘vulden ze twaalf manden met wat overgebleven was van de vijf gerstebroden die men had gegeten.’ Die twaalf manden kun je weer betrekken op de 12 stammen van Israël. En ik neem aan dat die manden vol waren. Dus niet maar zomaar een paar mensen uit alle stammen worden bij elkaar verzameld, maar ik verwacht dat heel Israël weer terug verzameld wordt. Tekenend daarbij is ook de reden die Jezus daarbij opgeeft: “…zodat er niets verloren gaat.”.

Dus het lijkt in Jeremia (en bij andere profeten) behoorlijk uitzichtloos. En dat is ook de bedoeling! Want we hebben behoorlijk op onze falie nodig, als ik het vrijmoedig even op onszelf als niet-Joden betrek (want het gaat hier primair over het joodse volk). Menselijk gezien is het ook over en uit. Maar bij God is er dan nog steeds een ‘totdat’. Uiteindelijk zorgt Hij tòch weer voor vissers en jagers, aangestuurd door een Timmerman. En verzamelt Hij iedereen weer bij elkaar.

Sunday, August 25, 2013

Vul de Lucht

Sinds de tijd van internet zoek ik nog wel eens muziek op die ik vroeger op bandjes had. En zo af en toe raak ik weer “in de ban” van zo’n artiest of band. Een paar jaar geleden zocht ik zo de muziek van Hothouse Flowers bij elkaar. Het is een Ierse band uit Dublin, met lijntjes naar U2. Ik kreeg de eerste twee cd’s rond 1991 eens te leen van de bassist van het bandje waar ik in speelde. Voor de vakantie kwam ik in een “Hothouse Flowers”-periode. Ik had het eerste album “People” al eens voor mijn verjaardag gekregen. Op het album “Home” staat een (volgens mij) ongeëvenaarde versie van “I can see clearly now”. Als dit je “Lee Towers” associaties oplevert, luister eens naar hun versie.
Maar het mooiste album vind ik “Songs from the rain” uit 1993 alweer, een album dat ze zo op een Christelijk Festival kunnen spelen.


Een prachtig lied van dat album is “Isn’t it amazing”, met als refrein:
And every cry is a song
And every song is a prayer
And every prayer must be heard
Fill the air”.


Dit is een refrein dat mij raakte. Ik heb ooit eens in een studie gehoord dat God een God voor de roependen, voor de verdrukten is. Mooi is dat bijvoorbeeld verwoord in Exodes 2:24,25: “24 God hoorde hun jammerkreten en dacht aan het verbond dat hij met Abraham, Isaak en Jakob had gesloten. 25 Hij zag hoe de Israëlieten leden en trok zich hun lot aan.” Dat thema kom je keer op keer in de bijbel tegen. Bijvoorbeeld ook als God’s volk in ballingschap is. Daar waar mensen God aanroepen, trekt Hij zich de moeite aan.  


Mooi vind ik dat Liam O’Maonlai (de zanger) de roep, schreeuw een lied noemt. Veel Psalmen zijn ook liederen van uit moeite, een roepen tot God. En Fransicus van Assisi noemde “zingen” al “bidden”. En zal God onze gebeden niet aan horen? Ik zie het in de tekst niet staan, maar volgens mij zingt hij aan het eind op de cd ook “And every prayer will be heard”.


Zo brengt dit lied mij wel aan het filosoferen.


Het laatste lied van de cd heeft als refrein:
Stand beside me God
Stand beside me
Stand before me
And behind me
Hier klinkt psalm 139 in door. Liam zingt dan “So I can follow in love” en aan het eind “So I can be true to my word”. Het eerste couplet gaat over iemand die leefde “door de pagina’s van onze tijd” , gekend als een man van waarheid, “Puur en Subliem, komt vanuit de aarde en uit de luchten, vanuit de vier hoeken van het kompas en in onze levens”. “Hij is gevolgd, hij die waarheid is, naar wat er is om in te geloven, naar de geest van jou”. Als ik dat lees, komt er maar één Naam in mij op.


Na het lied “Isn’t it Amazing” komt het lied “Thing of Beauty”. Iemand in Amerika heeft hier op een mooie video gemaakt op Youtube als een onderdeel van een serie over “vreugde” in hun kerk.
Wat het laat zien is dat je God terug ziet als lied door de hele schepping heen.
Voor de vakantie keken we met onze kinderen het filmpje “Rhythm” van Rob Bell’s Nooma series. Daarin legde hij ook uit dat hij God niet altijd ziet in dagelijkse dingen. Sommige mensen zien God aan het werk als iets wat ze graag willen hebben in de aanbieding is. Of als er een parkeerplaats bij de kerk vrij komt. Dat is natuurlijk mooi. Maar andere mensen hebben moeite met God in dergelijke dingen te zien. Rob ziet God meer als een Lied dat je kunt horen in de schepping. Overal om je heen kun je dat zien. Volgens Liam:  “Door de stoom van je adem in de winter. Of als de zon een betovering legt over de weg voor je”. “A thing of beauty is not a thing to ignore. Great song of beauty”.


En die zelfde “Lied van Schoonheid”, neemt onze liederen van moeite en pijn op. Luistert en reageert. We leven in een spannende tijd. Waar mensen Hem aanroepen, moet er wat gaan gebeuren. Dus ik moet wat met die regel “Fill the air”.


Groet,
Martien


Ps. Deze is voor Vera: sinds mijn “Hothouse Flowers”-periode ook fan. Vooral van “Isn’t it Amazing” en “I can see clearly now”.

11-12-13: 14

Je zal maar op 11 december in 1999 geboren zijn. Want dan wordt je op 11-12-13 14. Dit jaar is het laatste jaar dat je zo iets kunt mee maken. Zo'n zelfde geboortedatum was 8 september 1999. Want dan werd je op 8-9-10-11. De eerste van deze datums is volgens mij 1 februari 1999. Want dan werd  je op 1-2-3 4.

Ik weet niet meer hoe ik hier nou bij kwam, maar grappig is het wel.

Sunday, June 30, 2013

De weg naar de Eeuw

In Amersfoort zijn een aantal wegen en straten genoemd naar plaatsnamen. Zo hebben we een Amsterdamseweg, een Bunschoterstraat en een Arnhemseweg. De Bunschoterstraat heet niet zo omdat hij 'Bunschoots' is: aangelegd door Bunschoters. Ook ligt hij niet in Bunschoten (althans niet voor het grootste deel). Hij heet zo omdat hij van Amersfoort naar Bunschoten leidt. Dat gold vermoedelijk ook zo voor de Amsterdamseweg en de Arnhemseweg.


Hier moest ik vanmorgen, 23 juni, aan denken toen we bij het einde van Psalm 139 aan kwamen: "en leid mij over de weg die eeuwig is." (vers 24). Het woordje eeuwig is in bijbels, theologisch opzicht een lastig woordje. Er is heel veel over gediscussieerd. In het Grieks gaat het om het bijvoeglijk naamwoord "Aeionioon", afgeleid van het woord "Aeioon". In het Hebreeuws (de grondtaal van de Psalmen, maar dat ik helaas niet beheers) gaat het om "Olam". De discussie gaat er dan om of "Aeioon" en "Olam" altijd-durend betekent. Het Nederlands is een beetje raar daarin. Een eeuw heeft bij ons de betekenis van honderd jaar. Een lange maar behoorlijk gekwantificeerde en zeker ook afgemeten periode. Een eeuwigheid heeft een meer flexibele periode. Een saaie werkdag kan een eeuwigheid duren. Maar ook een saaie preek van drie kwartier. Of een gesprekje van 10 minuten met iemand waar je niet op zit te wachten. Maar het kan ook een eeuwigheid duren voor ik een taal onder de knie krijg, een aantal jaren dus.
Hoewel het einde schimmig is: je kunt vaak niet weten wanneer het aanbreekt, maar over het algemeen gaan we ervan uit dat een eeuwigheid wél eindig is. En dat is precies wat ik heb geleerd dat de betekenis van de woorden "Aeioon" en "Olam" is.
Maar veel theologen zijn het daar niet over eens en menen dat je het wel degelijk als "altoosdurend'  moet lezen. In elk geval is het bijzonder dat het Nederlandse woord "eeuwig"  dat wél ineens betekent!  En lastig is het weer om van "eeuwigheid" een bijvoeglijk naamwoord te maken.


Maar als we het dan hebben over de "eeuwige weg" betekent dat dan dat de weg "eeuwig" duurt? Nog los van of je dat als "altoos", "eindeloos" of "heel erg lang" durend leest. Zegt het woord "eeuwig" hier iets over de weg zelf? Dan kun je jezelf nog afvragen of dat dan slaat op hoe lang de weg bestaat of hoe lang de weg is...


Grappig dat je zo over de betekenis van woorden kunt nadenken. Zo had ik het er vanmorgen ook met een paar mensen over dat ik in 2011 mijn auto moest laten repareren. Ik had schade gereden en moest daarvoor naar een "autoschadeherstelbedrijf". Zo heet dat bedrijf ook echt. En daar naar toe rijdend bedacht ik me dat het wel een heel raar woord is: ik wilde namelijk niet dat de schade aan mijn auto hersteld werd, maar mijn auto zelf...


Terug naar de "eeuwige weg" denk ik dat het woord " eeuwig" misschien meer duidt op waar de weg naar toe leidt. En dan kom je op een andere betekenis van "Aeioon" die dichter bij ons woord "eeuwigheid" ligt, namelijk "tijdperk". Het tijdperk dat na deze "boze eeuw" aan zal breken. Het tijdperk waarin alles gaat volgens God's principes. Waarin we naar elkaar omzien. En beter zorgen voor zijn schepping. En de weg daar naartoe is dan het leren daarin onze rol in te nemen. Hoe wij steeds meer volgens Zijn principes kunnen leven.
En daar liggen volgens mij twee mooie gedachten achter.
1. We hoeven het niet meteen te kunnen. Op de "eeuwige weg" wandelen betekent niet dat je al op je bestemming bent. Maar wel dat je steeds dichter bij je bestemming komt, ook al kunnen we het doel nog niet zien. Met andere woorden: we hoeven niet al perfect te zijn in Gods ogen. We worden getraind om steeds meer keuzes volgens zijn principes te maken.
2. Dit geeft ons leven zin. Immers we dwalen niet wat rond totdat het op een bepaald moment God behaagt om een eind aan deze wereld te maken en ons in eens over te zetten naar zijn nieuwe wereld. Nee, het is een weg er naartoe waarop we mogen leren hoe we straks in die vernieuwde wereld kunnen leven.


En het mooiste dat we uit het vers in Psalm 139 kunnen lezen is dat we niet zelf onze weg hoeven te zoeken. David bidt dat hij de weg op geleid mag worden. We gaan die weg niet alleen, maar Hij leidt ons. De eeuwige weg: de weg naar De Eeuw.