Sunday, February 25, 2018

Speculappeltaart

Door onze verhuizing ben ik al een jaar aan het klussen. Maar dit weekend doe ik eindelijk een klusvrij weekend. En al tijden heb ik niets gebakken, dus het werd tijd om onze ovens eens te gebruiken. Afgelopen vrijdag heb ik een nieuw recept bedacht. Ik moet bekennen dat Koopmans een mix heeft voor cake en koek waar ik wel geïnspireerd door ben. Ik wilde een taart maken die aan de buitenkant knapperig als koek is en in het midden zacht.
Wat ik heb bedacht is een  taart met aan de buitenkant speculaas koek en binnenin cake. Maar dan gevuld met gekaramelliseerde appel.

Benodigdheden voor de buitenkant:

  • 200 gram boter
  • 200 gram donkere basterdsuiker
  • 400 gram zelfrijzend bakmeel
  • 15 -20 gram speculaas kruiden

Binnenkant:

  • 200 gram boter
  • 4 eieren
  • Pak cake mix

Vulling:

  • Ongeveer 6 appels
  • Kaneel
  • Suiker
  • Vloeibare boter

Recept:

Begin met het speculaas deeg. Meng de droge ingrediënten en snijdt de boter in blokjes en verdeel die door het deeg. Voor de speculaas kruiden heb ik ongeveer 15 tot 20 gram gebruikt. Kneed het tot een mooi deeg. Ik heb het met een keuken machine gedaan en met de hand tot een bal gekneed. Het bleef wat kruimelig. Maar dat is goed want het moet 'koekig' worden. Zet het daarna in even de koelkast.

Vet een springvorm in. Ik vind het handig om op de bodem een vel bakpapier te leggen en dan de ring er bovenop. Dan hoef je alleen de ring in te vetten. Verwarm de oven ondertussen voor op 175.
Rol het deeg uit en bekleed de vorm er mee. Leg een vel bakpapier on de bodem en vul dat met blind bak korrels of erwten. Bak het ongeveer 20 minuten blind op 175 graden.

Ondertussen kun je de appels schillen. Snijdt ze in vieren en verwijder dan van elk kwart het klokhuis en snijdt het kwart in partjes. Maak een koekenpan heet, en doe er een scheutje vloeibare boter in en als dat borrelt een scheut suiker. Strooi kaneel over de appels en schep de appels in de boter met suiker. Karamelliseer ze tot de appels zacht zijn.

Maak het cake beslag volgens de beschrijving. Voor de meeste cake-mixen, moet je eerst boter smeuïg kloppen. Vervolgens de eieren er bij en de cakemix. Deze keer heb ik gekozen voor boerencakemix. Die is iets grover, maar een volgende keer probeer ik eens met fijne cake, voor een wat groter contrast met de koek rand.

Wanneer de bodem is voorgebakken, kun je hem uit de oven halen, en temper dan meteen de oven terug naar 150 graden. Haal de blindbak vulling en het papier uit de bodem. Doe eerst een laagje van het cakebeslag, en daar boven op de gekaramelliseerde appels. Vul dan de bodem verder af met het cakebeslag.

De taart kan dan nog ongeveer 65 minuten terug de oven in op 150 graden. Net als bij cake kun je na 65 minuten de cake op gaarheid testen met een sate-prikker. Is de satéprikker droog? Dan is het klaar.

Laat hem goed afkoelen voor je hem in een taartdoos zet.

Zo is hij bij mij geworden:


Eet smakelijk! Eventueel lekker met slagroom.

Sunday, October 30, 2016

Geest en watervloed

In het begin schiep God de heml en de aarde. De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water.  God zei: 'Er moet licht komen.' en er was licht. (Gen. 1:1-3)

En zo begint de bijbel. Eeuwen van discussie over de interpretatie over Genesis 1. Moet je dit nu allemaal letterlijk lezen? Toen ik Technische Natuurkunde studeerde was ik er al wel uit: hoe je Genesis ook leest, het is geen technisch, natuurkundig verslag van hoe God de aarde heeft gemaakt. Het vertelt niets over het 'hoe'. Hoogstens over het 'dat'.  Sinds dit jaar heb ik de Naardense Bijbel en die maakt het wel heel duidelijk dat Genesis 1 een gedicht is. En dat gedicht is onderverdeeld in dagen. Moet je die als afzonderlijke, letterlijke, dagen van 24 uur beschouwen? Ga je gang. Maar dan ga je denk ik voorbij aan de suggestie dat het een gedicht is. Dan beschouw je het toch te veel als een feitelijk verslag. Ik denk overigens ook dat je de schoonheid van het verhaal mist.

Kijk nu eens naar het beeld dat in de eerste 3 versen wordt geschilderd. God schiep de hemel en de aarde. Het heelal, of de kosmos. Een woeste, donkere levensloze massa, water. En wat zweeft daar over? Inderdaad: Gods Geest. Is dat wat anders dan God zelf? Je zou denken dat het niet iets anders is. Teksten uit het tweede deel van de bijbel suggereren betrokkenheid van Jezus in de schepping. Maar voor nu hou ik het bij de betrokkenheid van God. Wat we hier zien is in elk geval:
  1. God
  2. Een aarde met een enorme massa water waar het een doodse bedoening is.
  3. Gods geest die daar over zweeft
En wat gebeurt daarna? Dan begint het eigenlijke scheppen. Hoe? Nou, volgens een gedicht dat is opgedeeld in een aantal coupletten. Hoe noem je die coupletten? Je zou ze naar de scheppingsdaden kunnen noemen. Maar als je op 6 scheppingscoupletten komt,  kun je die ook dagen noemen, die uitlopen op een feestdag. Kunstig toch?

Laten we eens een stukje vooruit spoelen. De mens loopt een tijdje op aarde rond, groeit uit tot een aantal volken en beginnen met elkaar te harrewarren. Uiteindelijk een hele sneue vertoning. Dus God bedenkt een plan voor het gezin van Noach en een verzameling koppels dieren.
En dan lees je in Gen. 7:17:
De vloed overstroomde de aarde veertig dagen lang. Het water steeg en de aarde werd opgetild, zodat hij van de aarde loskwam.

Nog een stukje verder:
Toen dacht God weer aan Noach en aan alle wilde dieren en het vee bij hem in de ark. Op zijn bevel begon er een wind over de aarde te waaien, waardoor het water afnam. De oervloed en de sluizen van de hemel werden gesloten zodat het ophield met regenen. Gen. 8:1-2.

 Wat lezen we hier? Weer de betrokkenheid van God in het verhaal. En een aarde die bedekt is met een (de?) oervloed aan water. Weer een doodse bedoening. Dit keer steekt er echter een wind op. Weliswaar in opdracht van God, toch? Maar toch een wind. Of...?

Een paar jaar geleden vertelde meneer Poeder mij dat hij hier over zat te tobben. Want hoe zat dat nu? Zelf vind ik het ook wel een raar verhaal. Want neem nu eens een bak met water en blaas eens flink aan een kant van de bak. Als je goed je best doet, kun je het je voorstellen dat het water zich gaat ophopen aan de andere kant van de bak waarbij het aan de kant waar je blaast minder wordt. Maar wat gebeurt er als je stopt met blazen? Dan stroomt het fijn weer terug. Er moet dus meer gebeuren.

Meneer Poeder vertelde mij dat er in het Hebreeuws voor het woordje 'wind' hetzelfde woordje staat als bij Gods 'geest' in Genesis 1, nl. 'Ruach'. Dus het is die scheppende Ruach kennelijk die ook in Genesis 8 betrokken is. Meneer Poeder kwam er op dat Je je dan wel kunt voorstellen dat die Ruach er voor zorgde dat de tectonische platen uit een dreven en daarmee ruimte maakte voor het wegvloeien van het water.

Maar deze week realiseerde ik me het volgende. Bedenk je nu nog eens de zetting  van Genesis 1:1-2
  1. God
  2. Een aarde met een enorme massa water waar het een doodse bedoening is.
  3. Gods geest Ruach die daar over zweeft
En Genesis 8:1-2
  1. God
  2. Een aarde met een enorme massa water waar het een doodse bedoening is.
  3. Gods 'wind' Ruach die daar over waait/zweeft
Het is gewoon een parallel verhaal! Genesis 8 begint gewoon exact hetzelfde als Genesis 1. Een fraai staaltje vertelkunst. God gaat kennelijk herscheppen in Genesis 8.

Deed Hij dat omdat het tussen Genesis 2 en 6 helemaal mis ging en Hij maar overnieuw moest beginnen? Ik geloof er geen sier van. Genesis 1 was geen miskleun. En de mensen die het tot aan Genesis 6 niet redden tot in de boot, zijn volgens mij niet verloren. Wat dan wel?

Ik denk dat juist die parallel hoop geeft. Namelijk dat God door Jezus de schepping en ons door de dood heen trekt. Dat Gods Ruach weer orde brengt in de ontstane chaos en herstellend opnieuw leven brengt. Merk ook op dat het niet om een andere aarde gaat. Noach en de zijnen herbevolkten dezelfde aarde als voor de vloed.
In Openbaringen krijg je het beeld van de glazen zee. Een zee die dus kennelijk glad is en zijn verzwelgende kracht kwijt is.

Ik besef dat ik hiermee niet het Noach verhaal heb opgelost. Maar ik werd zelf wel enthousiast van het idee dat er toch een pracht van een parallel ligt.

Sunday, May 15, 2016

Mantel

In 1 Samuel 18 3-4 lezen we: 'En Jonatan, die David zo lief had als zijn eigen leven, sloot vriendschap met hem: hij deed zijn mantel af en gaf die aan David. Ook gaf hij hem zijn uitrusting, tot en met zijn zwaard, zijn boog en zijn koppelriem.'

Ik had dit deel van het vriendschapsverhaal van David en Jonatan niet in mijn parate kennis. Maar, waarom zou Jonatan dat nu gedaan hebben? Is dat een aanduiding, een verbonds-sluiting van de vriendschap? We hebben alles gemeenschappelijk? Een voor uit wijzing van de eerste pinkstergemeente, waarin alles werd gedeeld? Hmm. Interessante gedachte. Maar toen deze suggestie vandaag werd gedaan, kreeg ik eigenlijk meteen een hele andere gedachte.

De suggestie overigens werd gedaan vanuit de overeenkomsten die je tussen het verhaal van 1 Samuël en het Pinkster feest zou kunnen op maken. En verder nog, naar vandaag de dag. De tijd waarin het verhaal speelt is tamelijk donker. Saul had last van een kwade geest, die overigens volgens de bijbel van God kwam. Duidelijk wordt dat David echter door de Geest van God gezegend werd. Alles wat David ondernam lukte, waar Saul dan ook dankbaar gebruik van maakte. Daar waar David kwam, op de veldtocht of in het paleis, David bracht overal een andere sfeer. Een sfeer van hoop, hoop op de Heer. En ook nu leven we in een donkere tijd zou je kunnen hebben. Waarin hoop op een Redder, iemand die alles goed komt maken, wel onder druk staat.

We weten ook  dat David door Samuël is gezalfd, en dat gaande weg God's geest van Saul week. God voorzag in David een opvolger van Saul. Het bijzondere is echter dat je nergens leest dat dit grotere publiciteit werd gegeven. Na de zalving van David door Samuël gebeurde er verder niets. Saul ontdekte gaandeweg dat het speelveld anders ging liggen. Een clue die hij krijgt was het liedje dat het volk zong: 'Saul versloeg ze bij duizenden, David bij tienduizenden.' Saul ergerde zich er zo aan dat hij schamperde: '...nog even en ze geven hem ook nog het koningschap'.

Ondertussen ontsproot er tussen Jonatan, de zoon van Saul, en David een innige vriendschap. Misschien heeft David zijn zalvings-ervaring met Samuël wel verteld. We weten het niet. Maar Jonatan kreeg wel degelijk de haat van zijn vader voor David mee. Pleitte daarom bij Saul voor het leven van David. En Sauls vermoeden en constatering dat er zegen van God lag op David's ondernemingen.

Maar die mantel dan, was dat nu een teken van vriendschap, van ons-kent-ons, al het mijne is het jouwe? Ik moest denken aan het verhaal van Elia en Elisa. In 1 Koningen 19:19 lees je dat Elia Elisa aantrof terwijl deze aan het ploegen was, met 12 span ossen; Elisa liep achter het twaalfde span. Elia liep op hem af en gooide zijn mantel over hem heen... Typisch, die 12 span ossen. Meteen liet Elisa zijn ossen in de steek en rende achter Elia aan.

In 2 Koningen 2 lezen we over de 'machts overdracht' van Elia op Elisa. Elisa's inauguratie zou je kunnen zeggen. Hoe vond dat plaats? We lezen vanaf vers 8 dat Elia: 'Elia deed zijn mantel af en vouwde hem dubel. Hij sloeg ermee op het water, waarop het naar links en naar rechts wegvloeide en zij tweeën droog konden over steken'. 

Bij de weg: als jou werd gevraagd naar een doortocht wonder in de bijbel, waar denk je dan aan? Aan Mozes en de Rode Zee? In mijn jeugd werd ik zelf ook nog geraakt door het verhaal van Jozua en het volk door de Jordaan. Dus dat maakt twee. Deze zou ik niet genoemd hebben. En ook hier gaan ze door de Jordaan heen.

Kort gezegd werd Elia daarna opgenomen op een vuurwagen ('Go like Elijah when I go...') en liet kennelijk zijn mantel vallen. Elisa raapte hem op, en liep terug. Bij de rivier sloeg hij met Elia's mantel op het water. Toen het water ook nu weer naar links en rechts terug vloeide, was dit het teken voor de aanwezige andere profeten dat de geest van Elia op hem was overgegaan. Dus die mantel was bij Elia en Elisa een teken van de overdracht van functie of macht.

Als we nu terug gaan naar David en Jonatan, wie was logischerwijs, menselijkerwijs nu de beoogde opvolger van Saul? Een herder, de jongste zoon Isaï? Of de zoon van de koning zelf? Ik zou zeggen Jonatan. Maar kennelijk zag Jonatan ook wel in dat God anders beschikt had. En ik vermoed dat Jonatan zich daar van harte aan overgaf. En dat hij daarom zijn mantel en wapens aan David gaf. Om daar mee aan te geven: ik accepteer jou als nieuwe koning en mijn wapens zullen jou daarbij dienen.


Is dit belangrijk voor ons nu? Blijkbaar heeft Jonatan hier door dat de Gods plan met Israël en de wereld hier gaat via David. En misschien ook wel dat via David het uitzicht op de beloofde Messias was. En blijkbaar was het voor Jonatan geen schande om dat te accepteren. Hij voelde zich niet te min en ook niet aan de kant gezet. En daarin mogen we hem volgen. Want ook de uiteindelijke opvolger van David voelde zich niet te min om dienstbaar te zijn en zich te vernederen.

In elk geval vind ik het belangrijk om zo'n gebeurtenis eerst tegen het licht van de gebruiken uit die tijd te houden. Al ben ik daar geen expert in en ik zal er ook niet prat op gaan dat mijn analyse hierboven juist is. Maar pas als we begrijpen wat zo iets betekent in de cultuur en belevingswereld van die tijd, kun je daar conclusies over trekken in het hier en nu.

Tuesday, May 10, 2016

De naakte rode mens op de rode aarde

Concordant

De Naardense Bijbel is wat je noemt 'Concordant vertaald'. Dat houdt in dat woorden zo veel mogelijk steeds hetzelfde vertaald worden. In elke taal kunnen woorden meerdere betekenissen hebben. Dat overlapt niet vanzelfsprekend. Voor bijvoorbeeld 'Liefde' heeft zowel het Grieks en het Hebreeuws verschillende woorden. Bij het vertalen kom je in het Nederlands steeds op hetzelfde woord uit. Andersom kan natuurlijk ook, woorden in het Hebreeuws die je in het Nederlands met verschillende woorden kunt vertalen. Je moet dan als vertaler uit de context zien op te maken wat dan de bedoelde betekenis is. En dan vertaal je het de ene keer zus en de andere keer zo. Wanneer je met een grotere groep mensen vertaalt, moet je dan vertaal regels opstellen. Het komt nog al eens voor dat men een woord een aantal keren met de ene betekenis vertaalt, en op een enkele andere plaats met een andere. Dat hoeft niet erg te zijn, als uit de context duidelijk is wat de betekenis moet zijn. Wanneer de tekst aangeeft dat iemand op een bank zit, dan is het duidelijk dat het om iets anders gaat dan wanneer iemand er geld vandaan haalt. Maar soms is de context er niet duidelijk over en dan moet je als vertaler keuzes maken. Concordant betekent dan dat de vertaler consequent is in de gemaakte keuzes.
Het komt nog al eens voor dat een vertaler op een specifieke plaats een andere keuze maakt, omdat het voor hem theologisch beter uit komt. Dat is kwalijk. Maar het kan ook zijn dat door niet consequent vertalen je poëtische woordspelingen mist. Tot zover de theorie.

Rood


In de Naardense Bijbel wordt wat betreft betekenis maar ook wat betreft zinsbouw en tekstopbouw geprobeerd dicht bij de oorsprong te blijven. Dat geeft een aparte poëtische ervaring. Daar waar de poëtische achtergrond van woordkeuze in het Nederlands niet is over te brengen wordt dat met voetnoten aangegeven. Of door toevoegingen in de tekst. Zo lees je in Genesis steeds over de '-rode-  mens' en  '-rode- grond'. Het gaat hier dan om een woordspeling tussen de woorden 'adam' (mens), 'adama' (grond, bodem) en 'dam' (bloed). Hiermee wordt een verband aangeduid tussen de rood-bloedige mens, en de grond die door ijzeroxide rood is (denk aan bijvoorbeeld de kliffen van Engeland bij Dawlish) en bloed dat ook door het ijzerhoudende hemoglobine rood is.

Wanneer je dat door hebt, dan levert dat een fascinerend woordenspel op. Zo lees je dan in Genesis 2:5,6 en 7: '... want de Ene, God, heeft het nog niet doen regenen over het land en er is géén - rode- mensheid om de -rode- grond te dienen. Maar een damp klimt op van het land, en het heeft doordrenkt heel het aanschijn van de -rode- grond. Dan formeert de Ene, God, de -rode- mens, van stof uit de -rode- grond en blaast in zijn neusgaten ademhaling van leven; zo wordt de -rode- mens tot levende ziel.' De samenhang tussen mensen, aarde en leven komt zo sterk naar voren.

En dan lees je vervolgens in Genesis 4 van een Kaïn die 'dienaar van de -rode- grond' is geworden en van de vrucht van die '-rode- grond' als broodgift opdraagt aan God. Vervolgens weten we van zijn moord op zijn broer Abel. Maar door deze woordspeling tussen mens, bloed en grond komt het vervolg van het verhaal wel op een bijzondere manier 'tot leven'. Want in vers 10 en verder lezen we dan: 'Hij zegt: wát heb je gedaan! een stem! - stromen bloed van je broeder schreeuwen mij toe van de -rode- grond! Nu dan vervloekt jij, weg van de -rode- grond die haar mond moest opensperren om de stromen bloed van je broeder op te nemen uit jouw hand; ...'

We komen voort uit de aarde, we zijn er uit geformeerd en vergoten bloed sijpelt er weer in terug. In het Hebreeuws moet het een heel poëtisch gebeuren zijn, dat voel je wel.

Naakt

Maar die naakte mens dan? In de NBV lezen we in Genesis 2:25 en 3:1: 'Beiden waren ze naakt, de mens en zijn vrouw, maar ze schaamden zich niet voor elkaar. Van alle in het wild levende dieren die God, de Heer, gemaakt had was de slang het sluwst.' Hier valt je eigenlijk niets aan op, toch? Behalve dan dat ze naakt waren en daar kennelijk geen probleem mee hadden. En dat de twee verzen twee los van elkaar staande opmerkingen lijken te zijn. Vers 25 lijkt ook los te staan van vers 24.

Maar lees je hetzelfde in de Naardense Bijbel dan lees je: 'Ze zijn, zij tweeën, naakt, de mens en zijn vrouw; en zij schamen zich niet. Maar de slang is naakter geweest dan alle wild leven van het veld, dat de Ene, God, heeft gemaakt;' Hier valt in eens op dat 3:1 direct met 2:25 samenhangt. Zo zelfs dat je eigenlijk zou verwachten dat de hoofdstuk scheiding een vers eerder zou hebben moeten plaatsvinden!

Nu blijkt, volgens de Naardense Bijbel, dat het woord naakt en naakter ook de betekenis van 'ongekleed' en 'uitgekleder' (in de zin van sluwer). kan hebben. Misschien zou je kunnen zeggen 'onbedekt van lichaam' en 'onbedekt van geest'. Misschien is de mens in 2:25 wel 'onbedekt van lichaam' maar nog niet 'onbedekt van verstand'. We kennen het vervolg waarin de vrouw door de slang wordt verleid tot het eten van de vrucht van de 'boom der kennis van goed en kwaad' en haar man er ook van te eten geeft. Waarna ze in eens merken dat ze naakt zijn en een gordels van loof van een vijg maken om zich te bedekken.
Wanneer je dan zo concordant met het woord naakt omgaat, is het vervolg boeiend. Want dan lees je in 3:9-11: 'Dan roept de Ene, God, tot de -rode- mens en zegt tot hem: waar ben je? En hij zegt: uw stem heb ik gehoord in de hof, en ik werd bevreesd, omdat ik naakt ben, en verschool mij! En hij zegt: wie heeft aan jou gemeld dat je naakt bent, jij?'

Wanneer je het woord naakt laat staan,  kunt hier heel mooi die twee betekenissen door elkaar laten lopen. Want naast lichamelijk naakt, zijn Adam en Eva kennelijk ook verstandelijk onbedekt geworden. Ze hebben kennis verkregen over goed en kwaad. Ze zijn zo je wilt sluwer, of 'meer wetend' geworden. Ook in de bekentenis van Adam 'omdat ik naakt ben', hoeft het dan niet direct te gaan om het lichamelijke, maar juist ook om het verstand. Die naaktheid wordt over het algemeen ook negatief gelezen. We hadden immers niet van die boom moet hebben eten. Of zoals Pater Moeskroen zingt in 'Ode aan de banaan': "Was die appel een banaan geweest, dan was het nu nog altijd feest!'. Maar ik vraag me stiekem af of die verstandelijke naaktheid niet de bedoeling van God is geweest. Het brengt immers kennis van goed en kwaad. En door de bijbel heen lees je (als het goed is) een ontwikkeling in inzicht van goed en kwaad, weliswaar met ups en downs.

Je hoort nog wel eens van mensen dat ze de bijbel barbaars vinden. En dan duidend op de verhalen in het oude testament. Nu zijn die verhalen dat ook, maar in die tijd waren ze steeds een behoorlijke stap voorwaarts. Wij vinden ze nu barbaars, omdat wij ook verder zijn ontwikkeld in onze cultuur. Al blijven zo veel mensen ook wel hangen of gaan op basis van een lineaire lezing van de Bijbel en/of Koran juist terug naar die culturele oudheid.

Maar gemiddeld genomen zou je dus kunnen zeggen dat we ondanks onze mode, onze moderne kleding, door de eeuwen heen verstandelijk steeds naakter zijn geworden. En gelukkig maar. Want zo hebben we (over het algemeen) de slavernij al lang afgeschaft en kunnen we tegenwoordig onze homoseksuele medemens omarmen. Kunnen we genieten van anders kleurige mensen.

Laten we uitkijken dat we als mensheid die naaktheid niet verliezen. Ik ga voor verstandelijk nudisme...


Saturday, May 7, 2016

Het elfde gebod: gij zult genieten...

Nog eentje over de 10 geboden. Mijn ouders waren vroeger vrij gemakkelijk over de zondagsrust. Wij sloegen wel eens over en we aten wel eens een ijsje op zondag. Maar ik herinner me wel dat, hoewel het in mijn omgeving er al wat gemoedelijker mee om werd gegaan, de zondagsrust wel een discussiepunt was. Een ijsje kopen ging nog wel gepaard met: 'daar maken we geen gewoonte van'. En nog steeds vind ik dat winkelen op zondag iets onnodigs is. Al ben ik nog wel weer gemakkelijker geworden, door de tijd.

Maar is het niet apart dat als we het over de zondag hebben, we het hebben over wat we wèl en wat we níet mogen? En wat we bijvoorbeeld wel móeten doen? Moet je 1 of 2 keer naar de kerk? Mag je op zondag een rondje hardlopen?  Mag je op de fiets naar de kerk? Mag je huiswerk maken of nog een klusje voor je werk doen?

De reden achter dat alles is ook opmerkelijk: 'want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte Hij.' De Here God rustte? Van een uitputtende week waar in Hij gezwoegd heeft om de hemel en de aarde te maken, en het geploeter om al dat leven te maken en er levenskracht in blazen? Heeft de Here God rust nodig? Ik denk dat het wel een vraag is van een kritische bijbel lezer.

De regel uit de 10 geboden (Exodus 20), komt voort uit Genesis 2:2-3:  'Op de zevende dag had God zijn werk voltooid, op die dag rustte hij van het werk dat hij gedaan had. God zegende de zevende dag en verklaarde die heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn scheppings werk.'

Nu lees ik sinds kort heb ik ook de Naardense Bijbel. En  daar las ik op dezelfde plaats: 'God voltooit op de zevende dag zijn werk dat hij heeft gedaan; hij houdt sabbat op de zevende dag van al zijn werk dat hij heeft gedaan. God zegent de zevende dag en heiligt die; want daarop heeft hij sabbat gehouden van al zijn werk, dat God geschapen heeft om te de doen.'

Hier in de Naardense bijbel wordt over God gezegd dat Hij de Sabbat hield. (Nu heb ik in Exodus 20 nog even gekeken, maar daar wordt in de Naardense Bijbel ook als reden gegeven dat God rust hield op de zevende dag). Wanneer in Leviticus 23 de hoogtijdagen, de feesten, van de Heer worden opgesomd, dan is de eerste die genoemd wordt de Sabbat. Dus de Sabbat is de eerste (en meest terugkerende) van de feesten van de Here.

Wat mij dus voorkomt is dat de Heer niet zo zeer rustte, alsof Hij moe zou zijn. Maar dat Hij sabbat hield. Rustten in de zin van Hij maakte/deed even niets. Maar misschien kun je zeggen dat Hij feest vierde, zich verheugde over wat Hij die 6 dagen gemaakt had. En misschien gaat het daar dan ook wel om. Dat de Sabbat, of in ons geval, de zondag, niet zo zeer gaat om wat je niet màg of móet doen. Maar dat je jezelf verheugd over wat je die week gedaan hebt. Hoe God je gezegend heeft om dat lastige probleem te tackelen, of het je gelukt is om te doen wat je jezelf voorgenomen had. Misschien ook dat die zware week weer achter de rug is. Je mag vrij zijn en je verheugen over het leven dat God je gegeven heeft.

En de dieren en de knechten (slaven) dan? En de vreemdeling die bij je woont? Tsja, hoe kun je nu zelf verheugd zijn op wat God je gegeven heeft als ondertussen je lastdieren en je knechten door blijven zwoegen? Die lastdieren en knechten zijn niet minder medeschepsels van diezelfde God als jij. Dus dat lijkt me niet echt een feest.

Hoewel ook in de NB in Exodus 20 gesproken wordt over God die rustte op de zevende dag, haalt deze gedachte bij mij de druk er wel vanaf. Ik vind het verheugender mezelf er op te wijzen hoe ik de Sabbat mag vieren en mag blij mag zijn over wat ik heb kunnen doen, dan de verplichting om te rusten en het verbod om ook maar iets constructiefs te doen.

Ik hoop dat jij ook zo de Sabbat of zondag mag vieren. Wees blij over wat je hebt kunnen doen de afgelopen week, de zegen die God je heeft gegeven. Ook al was het misschien zwaar: Hij heeft je weer door een week heen geholpen. Je bent er nog. En kijk uit naar het nieuwe wat je mag gaan doen. En zie je er tegen op? Degene Die leven geeft, gaat ook dan met je mee.


Friday, April 22, 2016

Technologie en Spiritualiteit

Deze week luisterde ik naar een interview met Scott Harisson de oprichter van Charity:water. Echt heel inspirerend. Omdat of doordat ik vanavond naar een avond over Geloof en Wetenschap met René Fransen kwam ik op een gedachte.

Eerst twee verhalen. Scott vertelde het verhaal van een jonge vrouw die 8 uur moest lopen om water voor haar familie te halen. Dat deed ze elke dag samen met vriendinnen. Op een dag kwam ze na uren lopen terug en vlak voor thuis komst struikelde ze en viel. Haar aarden kruik brak en al het water spoelde weg. Ze kon niet meer terug en durfde haar familie niet onder ogen te komen en verhing zich. Haar vriendin vertelde dat ze altijd een beetje 'anders' was in de zin van dat ze dromen had om dat leven te ontgroeien en verder te komen. Ze was nog maar 13 jaar....

Hij vertelde ook dat hij een andere vrouw sprak in een dorp waar inmiddels een put was. Ook zij moest in het verleden uren lopen om water te halen. En er was nooit genoeg water. Altijd moest ze de afweging maken: met welk deel ga ik koken, ga ik de school uniformen van mijn kinderen wassen, laat ik mijn man zich wassen? Er was nooit genoeg water. En omdat ze zichzelf wegcijferde en haar familie voorop zette, gebruikte ze nooit (of zelden) wat voor zichzelf. Door de put was er nu ruimschoots water en kon ze zichzelf en haar eigen kleren ook wassen. Ze zei: 'ik voel me nu weer mooi'. En Scott reageerde: 'maar natuurlijk ben je een mooie vrouw, je bènt mooi!'. 'Maar je begrijpt het niet', reageerde ze, 'Ik vóel me weer mooi.' Het water bracht haar weer eigenwaarde terug, ze kon weer ècht mens zijn, een ècht mooie vrouw.

Wat me nu trof is dat er technologie voor nodig is om die verhalen die tijdens een interview verteld werden tot mij te laten komen. Een laptop en een microfoon om het op te nemen. Een website en/of een app, in dit geval PodBean, om het interview als een podcast (RobCast in dit geval, ...  en ja inderdaad, voor degenen die mij kennen) te publiceren. Een smartphone en een app (wederom PodBean uiteraard) om de podcast te kunnen beluisteren. De podcast was opgenomen in America, aan de andere kant van de oceaan. Naast de computer om het op te nemen en de smartphone (in wezen ook een computer) zijn er ettelijke computers, servers genoemd, om de data met elkaar uit te wisselen. Over glasvezel, koperdraad en draadloze verbindingen. Denk ook aan de high-end microfoon voor het opnemen en de standaard oordopjes voor het afluisteren. Allemaal technologie, hardware en informatie technologie, die ontwikkeld zijn over de laatste 5 à 6 decennia. En om die technologie mogelijk te maken is wetenschap nodig. Natuurkunde, scheikunde, electrotechniek, fotonica, informatie technologie. Wetenschap en inovatie op allerlei lagen.

Oh, en Charity:water is een heel creatieve en innovatieve organisatie, die garandeert dat 100% van de donaties gebruikt worden voor het delven van putten en plaatsen van pompen. Alle overhead wordt bekostigd uit een aparte administratie, uiteraard ook weer gebaseerd op donaties. En ze plaatsen geo-tags om het met behulp van Google Earth mogelijk te maken om daadwerkelijk te zien waar er putten gegraven worden. En ook zij maken gebruik van een slimme website met acties waarbij je een verjaardagsactie kunt starten.

Dat alles om twee verhalen naar mij te brengen die mij raken. Verhalen over mensen vanuit een omgeving die juist is verstoken van elementaire technologie. Verstoken van elementaire randvoorwaarden om een menswaardig bestaan op te bouwen. Diezelfde technologie maakt mij ook mogelijk om een nieuw inzicht te verkrijgen, en nieuwe gedachten, en daar weer enthousiast over te worden. En maakt het ook mogelijk om die gedachten te delen.

Waarom wordt ik enthousiast om iets? Wat geeft mij het gevoel van geraakt zijn door een verhaal? Wat maakt mij wie ik ben? Alleen een hoeveelheid weefsel dat bestaat uit cellen, die bestaan uit moleculen, die bestaan uit atomen, die weer zijn opgebouwd uit sub-atomaire deeltjes en een heleboel ... niets?! Wist je dat atomen en de sub-atomaire deeltjes voor meer dan 99% bestaan uit absoluut niets? En dat wat niet niets is, wat je dus feitelijk massa zou kunnen noemen, ook weer vreemd gedrag vertoont? Het is uitwisselbaar met energie en soms gedraagt het zich als een golf. Soms gedraagt licht, dat electromagnetische straling en dus golven zijn, zich als deeltjes. Astronomisch, verstand oversteigend. En daar bestaan ook wij uit. En toch kan ik voelen, enthousiast maar ook geraakt en verdrietig zijn. En interactie ervaren met persoonlijkheden die groter zijn dan ik.

Dus Geloof en Wetenschap zouden niet samen gaan? Ik dacht en denk nu juist van wel....

Wednesday, April 20, 2016

Ook het derde geslacht en het vierde ... ! Wat ... is?

Gelukkig gebeurt het bij ons in de kerk niet elke zondag: het voorlezen van de 10 geboden, maar het komt wel voor. In de NBV begint het, vanaf Exodus 20, als volgt:
Toen sprak God deze woorden: 
Ik ben de Heer, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd.
Vereer naast mij geen andere goden.
Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. 
Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de Heer, uw God, duld geen andere goden naast mij. Voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer zij mij haten; 
maar als ze mij liefhebben en doen wat ik gebied, bewijs ik hun mijn liefde tot in het duizendste geslacht.

Zo hé, da's best wel heftig. Wat is dat voor een god die kinderen, klein- en achter kleinkinderen straft, voor iets dat ìk gedaan heb? Zou je kunnen denken. Deze week kwam ik weer langs Exodus 19 en 20. Ik ben namelijk weer overnieuw begonnen met de bijbel, nu in de New International Version.

En weet je wat mij trof? Het 'Toen sprak...' en vooral wat daar voor kwam. Want wij lezen in de kerk altijd vanaf 20:1. En het feit dat daar een nieuw hoofdstuk begint helpt natuurlijk ook al niet.
Maar dat 'Toen'  verwijst dus naar Exodus 19. Wat is daar gebeurd?

De Israëlieten kwamen na 3 maanden (op precies dezelfde dag dat ze vertrokken waren) in de Sinaï woestijn. En daar op de berg riep God Mozes toe (ook wel apart: God riep  naar Mozes), dat Hij Israël 'op adelaarsvleugels heeft gedragen' en daar heeft gebracht. Hij belooft hen tot een kostbaar volk, een koninkrijk van priesters te maken, als ze en verbond met Hem zouden houden, een heilig volk. Mozes legde dat voor aan de oudsten. En het hele volk antwoordde als uit één mond: 'We zullen alles doen wat de Heer heeft gezegd'. Mozes bracht dat over aan God en God droeg hem op om er voor te zorgen dat het volk zich zou heiligen en hun kleren wassen. Er staat ook nog expliciet bij dat ze geen sex mochten hebben... Op de derde dag moesten ze gereed zijn. Op die derde dag kwam God in vuur naar beneden, de Sinaï was in rook gehuld, en de berg trilde hevig. Mozes moest een paar keer heen en weer om te zorgen dat het volk niet te dicht bij zou komen en om uiteindelijk met Aäron terug te komen.

Toen sprak God deze woorden...

Wanneer en tegen wie sprak God deze woorden? Tegen een volk die Hij op dat moment apart ging zetten. Tijdens een plechtige ceremonie, tegen een volk dat toegestemd heeft zich aan God te verbinden en dat zich voor die plechtige ceremonie heeft geheiligd, gewassen (en zich onthouden van...). Veel bijbel/thora geleerden zien dit als een huwelijk. Israël wordt ook gezien als een bruid. Het huwelijk wordt op veel plaatsen in de bijbel als metafoor gebruikt, voor de relatie tussen God en Israël. Het is niet voor niets dat Hosea moest trouwen met een prostituee.

Er wordt hier een verbond gesloten, een huwelijksverbond. Met zegen maar ook met consequenties. En de belangrijkste overtreding is natuurlijk het schenden van dat huwelijksverbond door het te doen met een ander. Andere Goden. Dat is het meest denigrerende ten opzichte van je partner. Maar de sancties (net als de zegen overigens) geldt dus ook alleen voor de huwelijkspartners. Zij sluiten dat verbond. Wij westerse Christenen vallen volgens mij niet onder dát verbond.

Het is ook een verbond tussen een volk en God, niet tussen één mens en God, maar een heel volk. Dus je stond niet alleen in dat verbond, maar met je hele familie en je hele stam, maar met 12 stammen in totaal. En dus als er iemand over de schreef gaat, dan zit je daar met je nageslacht in. Je neemt de goddelijke ontrouw mee je gezin en je familie in.

Oh, en dat verbond was ook niet een op zichzelf staand feestje: priester ben je namelijk niet voor je zelf. In dat priesterschap ligt tenslotte ook nog de belofte aan Abraham, dat in zijn nageslacht àlle volken gezegend zouden worden.

In de oudheid wist je niet waar je aan toe was met de goden. Of je nu een goede oogst had of een slechte oogst. In het ene geval moest je meer offeren dan de vorige keer om je dankbaarheid te tonen. In het andere geval moest je meer offeren, want kennelijk was de vorige keer niet genoeg. En zo offerde je meer en meer. En uiteindelijk kom je er op uit dat je het belangrijkste offert dat je bezit: je kinderen. Dus als je op slechte voet staat met je god, wat doe je dan?

Maar zelfs als je kijkt naar de straf tot in het derde en vierde geslacht: er is kennelijk een derde en vierde geslacht! Want wat moet er gebeuren voor God om dat tweede tot en met het vierde geslacht te kunnen straffen? Dat moet er dan dus zijn. Dus als ik (als ik Israëliet was) over de schreef ging, dan  wilde God mijn kinderen niet, in tegendeel: kennelijk was er voor mij nog nageslacht!

En die straf had kennelijk ook een einde: tot het vierde geslacht. Radicaal anders dan de verwachting dat je om het met je god goed te maken je kind moest offeren. Blijkbaar heeft God hoop voor dat nageslacht en wil Hij dat weer op de rit krijgen.
Maar de zegen, Gods Liefde, is kennelijk schier oneindig. Dus zelfs op basis van de 10 geboden moet ik concluderen dat er een einde is aan Gods straf. En dat die rechtmakend bedoeld is.

Overigens, dat volk heeft vrij vlot na dat huwelijksverbond het al overtreden met een kalf. En met het ongeloof om Kanaän in het bezit te nemen. Waarvoor ze 40 jaar (1 generatie) in de woestijn hebben rond gezworven. En later zijn ze na een aantal weerspannige, onbetrouwbare koningen in ballingschap gestuurd. En dat heeft zo'n 60 tot 70 jaar geduurd (pakweg 2 generaties).

Kortom, de 10 geboden. Een huwelijks contract tussen God en het volk Israël. Een God die zich in die tijd al heel zegenend en zorgzaam heeft getoond. Maar die Zich later nog veel liefdevoller heeft betoond. We hebben God immers heel anders leren kennen.

Dat je vooral Zijn Liefde mag leren kennen, die Hij ook heeft belooft aan de volken.